Home » Kennisplein » Techniek vasovasostomie

Techniek vasovasostomie

Redactie
Redactie

U ondergaat een herstel operatie na een eerdere sterilisatie.  Dat wil zeggen dat een arts liefst volgens de richtlijn 1 cm van de zaadleider aan beide kanten heeft verwijderd. Bovendien is er meestal aan de uiteinden van de zaadleider een hechting geplaatst.

Beide uiteinden moeten weer aan elkaar worden gemaakt.

Anesthesie

Om deze operatie uit te kunnen voeren moet u geen gevoel hebben in het scrotum. Dit kan door een algehele anesthesie (narcose) of door middel van een spinale anesthesie (ruggenprik). Als gevolg van de COVID bedden krapte opereren we nu zonder opname. Hierdoor wordt de wachttijd met vele maanden verkort. Dit kan echter alleen met een narcose. Na de operatie is het scrotum verdoofd met een pijnstiller die 6-8uur werkt waardoor u niet voelt dat u geopereerd bent. Avonds wanneer dit uitgewerkt is voelt u natuurlijk de wond wel. Dit is dan veel minder pijnlijk en normaal met paracetamol op te lossen.

Chirurgie

Er zijn vele operatieve technieken beschikbaar. Wij hebben gekozen voor een kleine snee in het scrotum waarbij we ondersteund door een loepbril vergroting de beide uiteinden met zeer fijne hechtdraadjes (5/0) in een laag aan elkaar zetten.

Het scrotum wordt geopend, meestal met een sneetje in de middenlijn. De onderlaag wordt geopend en de bloedingen worden dicht gebrand. Het litteken van de sterilisatie wordt opgezocht en vrij gemaakt. Nu is de aanvoerende en de afvoerende kant van de zaadleider goed te voelen.  Beide kanten worden vrijgemaakt en doorgesneden. Het tussenliggende litteken wordt er soms uitgehaal. Als dit een te grote bloedingskans geeft wordt dit ook wel achtergelaten. De beide uiteinden van de zaadleider worden schoon gemaakt. In het afvoerende deel wordt water gespoten om te kijken of het goed doorgankelijk is. In het aanvoerende deel wordt vanuit de bijbal zaad gemasseerd. Soms is dit erg gestuwd geweest waardoor er tandpasta verschijnt. Dit wordt zoveel mogelijk verwijderd. Soms loopt er prachtig helder vloeibaar zaad naar buiten. Met behulp van zeer dunne hechtingen worden nu de beide uiteinden zo op elkaar gehecht dat het centrale kanaaltje goed op elkaar aansluit. De draadjes worden geknoopt. Na uitgebreide inspectie op bloedende vaatjes die dan worden dicht gebrand wordt de bal terug geplaatst in het scrotum. Nu is de andere kant aan de beurt. Hier volgt normaal een vergelijkbare procedure.

Moeilijke gevallen

Het is mogelijk dat de sterilisatie erg enthousiast is uitgevoerd en er heel weinig zaadleider over is. Dit kan leiden tot een vaso-epididymostomie. Dit betekent dat de afvoerende zaadleider direct op de bijbal moet worden aangesloten. De succeskansen van deze ingreep liggen zeer waarschijnlijk lager. De procedure is identiek behalve dat er een luikje in he bijbal moet worden gemaakt. De kanaaltjes hier zijn zo klein dat deze ook met loepvergroting nauwelijks te zien zijn. De zaadleider wordt dan op dit luikje aangesloten. Het komt voor dat hiervoor de bal moet worden gedraaid zodat deze anders in het scrotum komt te liggen.

Onmogelijke gevallen

Gelukkig zien we zelden dat een vasovasostomie operatie aan beide kanten onmogelijk is. Zelfs in zeer uitdagende situatie kan er nog wel een aansluiting worden gemaakt. Als er echt geen doorgankelijke zaadleider meer over is dan houdt het natuurlijk op. Ook is het mogelijk dat aan beide kanten de ophoping van oud en ingedikt zaad zo uitgebreid is dat zelf het bypassen van deze niet meer doorgankelijke zaadleider niet meer kan. In de praktijk komt dit zelden voor en vinden we meestal nog wel een plekje waar het zaad nog vloeibaar is en sluiten we daar de zaadleider op aan. 

Auteur

Redactie